Walibi World



Het was weer de tijd van het jaar; bij de gedachte aan achtbanen en vooral de loopingen hiervan, kreeg ik zweethanden en trilbenen. Nadat ik ruim een jaar daarvoor mijn angst voor over-de-kop attracties heb overwonnen, is het voor mij van essentieel belang om regelmatig terug te keren naar een pretpark en het nog eens te proberen. Anders acht ik de kans groot dat ik het helemaal niet meer aan zal durven.

Dat jaar stond er echter iets anders op het programma, naast de beroemde "Goliath" en uiteraard de "Express", waarin ik mijn grote angst heb overwonnen. In de weken die volgden nadat ik aangekondigd had dat ik naar Walibi wilde, sprak vriendlief nergens anders meer over dan die ene geweldige attractie waardoor hij Walibi zo'n leuk park vond. 
"Een ontspannend tochtje", noemde hij het, "je zal het geweldig gaan vinden! En zo romantisch!"
Hij bleef erop hameren dat wij er hoe dan ook in zouden gaan, al zouden wij ervoor moeten bijbetalen.

Ik vond het prima. Het ging niet over de kop en zou ontspannend en romantisch moeten zijn: wat wil een meisje als ik nou nog meer? Keer op keer beloofde ik mijn stralende vriendje, dat wij er daadwerkelijk in zouden gaan. Ik was allang blij dat wij zo'n mooie zomerdag hadden uitgekozen om naar het park te gaan, en ik had er oprecht zin in.

In Walibi aangekomen, leek deze belofte echter als lood in mijn schoenen te zakken. De dag leek plotseling niet zo zomers meer. Ik voelde mij als een lammetje dat een vos op bezoek had gevraagd.
De attractie waarover Andries gesproken had, torende hoog boven mij uit en leek mij grijnzend aan te staren.
De "Skydive". 

Nee, hij ging niet over de kop. Maar het gevaarte was hoger, sneller, en meer zweethanden-veroorzakend dan ik mij had voorgesteld.
Mijn gevoel lag in een tweestrijd. Hoewel de pure angst zich van mij meester maakte, lag in mijn geheugen gegrift het stralende gezichtje van mijn lieve vriend wanneer ik hem verzekerde dat wij zijn favoriete attractie romantisch samen zouden gaan doen.
De afgelopen weken had ik hem over niets anders gehoord, en schuldgevoel stak de kop al op bij enkel de gedachte het park te moeten verlaten zonder mijn belofte te zijn nagekomen.

Voor ik wist wat ik deed, stonden wij gearmd in de rij om een kaartje kopen, om daarna onze fictieve dood tegemoet te lopen. Het was geen gewone angst, die ik voelde. "Bang zijn" is iets anders dan "angst."
Dit was een grens. Een grote, met waarschuwingsborden en neonverlichting aangegeven grens. Iets wat een mens "niet doet", zoals je ook niet zonder doodswens van een flatgebouw af zal springen.

Wij werden vastgemaakt in een pak, dat kwam van onze oksels tot bijna aan onze voeten. Op het moment dat wij aan het touw gekoppeld waren en op onze buik in de lucht hingen, brak de paniek bijna uit.
Ik had niets om mij aan vast te houden. Enkel had ik Andries' arm om de mijne geklemd, maar geen touwtjes of handvatten waren er om mij aan vast te klemmen. Het voelde alsof ik niet vast zat, maar elk moment door de zwaartekracht naar beneden kon worden getrokken.

Hoger en hoger werden wij opgetrokken, tot 52 meter hoogte wel te verstaan. 
Publiek stond beneden toe te kijken, zoals in de middeleeuwen hele pleinen vol stonden met mensen die heksen gestenigd wilden zien worden. Allemaal ramp-toeristen, met hun fotocamera's klaar, wachtend op een beetje spektakel. 

"Bel de ambulance maar vast!", had ik nog geroepen. "Tot zo!", riepen de behulpzame medewerkers ons toe.
"Tot op mijn begrafenis!" Schreeuwde ik terug.
Het angstigste moment kende ik, toen wij elk moment in een vrije val los gelaten konden worden.
Ieder moment kon het gebeuren, wij wisten enkel niet wanneer precies. Onder mij zag ik niets dan lucht, met in de verte de grond waarop ik voor mijn gevoel een dodelijke smak zou gaan maken.

Daar gingen we. We werden losgelaten. Letterlijk. Ik gilde het uit van pure angst.
Ook in de laatste schommelstoel-achtige zwaaien die wij aan het touw maakten, wilde ik niets liever dan weer met beide benen op de grond staan.
 "Leuk he?" Lachte Andries mij toe. Ik kon niet meer praten. Niet meer denken. Enkel trillen en proberen mijn tranen in te houden. Dit was het dan. Ik stond weer met beide benen op de grond. 

Aangezien wij het meeste van de andere attracties al gehad hadden, was deze overwinning voor mij genoeg reden om direct huiswaarts te keren. Even geen snelheid meer, even geen hoogtes. Even geen gillende mensen, of doodsangsten. 
Ik nestelde mij veilig in de auto, onwetend van het feit dat onze rit naar huis veel gevaarlijker was dan mijn rit in de "Skydive", de achtbanen en andere attracties. 

Of het werkelijk een overwinning was kan ik niet zeggen; nooit meer zal ik daar in die rij staan om een kaartje te kopen. Ik heb mijn belofte aan mijn vriend gehouden, en denk voortaan wel twee keer na voor ik zeg dat ik werkelijk alles voor hem over heb. 

Spijt? Nee, dat niet. Spijt zou ik enkel gehad hebben wanneer ik naar huis was gegaan nog voor ik de vlucht gemaakt had. Ik kan nu tenminste weer iets nieuws aan mijn rijtje "enge dingen" toevoegen.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten